Pensioensysteem eenvoudig uitgelegd

Om het pensioensysteem uit te leggen, nemen we een eenvoudig voorbeeld. Ouderdomspensioen wordt gemiddeld over een periode van 22 jaar uitgekeerd met daarna nog 10 jaar een nabestaandenpensioen. Om € 1.000,- pensioen per jaar uit te kunnen keren moet een pensioenverzekeraar, op basis van de huidige rentestand van 0%, € 25.000,- in kas (op de spaarrekening) hebben. Hoe lager de rente, hoe meer kapitaal nodig is.

Twee systemen

In Nederland zijn er twee systemen om pensioen op te bouwen:

  1. De aanspraak is verzekerd zoals bij eindloon of middelloon. U krijgt uw pensioen zonder enig risico van rente of beleggingen, dus gegarandeerd jaarlijks € 1.000,- pensioen uitgekeerd.
  2. U krijgt een premie. Deze premie vormt op uw pensioendatum een kapitaal van (hopelijk) € 25.000,- die u op dat moment omzet in een uitkering van € 1.000,- pensioen per jaar. U krijgt echter niets gegarandeerd.

Waar is het fout gegaan?

Meestal is de uitkomst van een premieregeling voorgerekend op basis van bijvoorbeeld 4% rente. Als de rente 4 in plaats van 0% is, is slechts € 12.500,- nodig om in € 1.000,- pensioen om te zetten. Rechters vinden inmiddels dat, juist bij de overgang van pensioensystemen, werknemers met expliciete berekeningen moeten zijn gewaarschuwd voor een lage rente. In ons voorbeeld heeft u indertijd een berekening ontvangen dat u bij 4% rente € 1.000,- pensioen zult krijgen. Maar er moet dus ook een berekening zijn gemaakt dat dit bij 0% slechts € 500,- zal zijn. Als deze waarschuwing ontbreekt, heeft u mogelijkerwijs een claim tegen de pensioenverzekeraar of pensioenadviseur van uw werkgever.